donderdag 23 januari 2014

voorbeelden van creatief schrijven


ELLEN KIL

1. HAIKU

Volwassen

Mama leert vogels
Vliegen uit hun warme nest
Tot de kat ze vangt

2. SONNET

Knuffelrock

En op en neer
En heen en weer
Terwijl de presentator praat
Op het ritme van de plaat

Lik ik langs mijn lippen
Begin ik op het bed te wippen
Hij heeft een zwoele, warme stem
Ik droom steeds dat ik bij hem ben

Ik kreun, ik hijg, erin, eruit
De vonken springen van mijn huid
Ik zweet de climax tegemoet

Elf uur het nieuws. Ik schreeuw het uit
Smijt woest de radio door de ruit
Een vriend, nu kwijt, voorgoed

3. TANKA

Zijderups

Je groeit, valt niet op
Eet blad, klaar om te vliegen
Als vlinder, roomwit
Tot een vrouw je afwikkelt
Aan een zijden draad, morsdood

4. KYOKA

Technisch wonder

Bompa kreeg als cadeau
Een gsm met bluetooth
Touchscreen, internet…
Belt Kevin in plaats van Koen
Stuurt lege sms’jes


MARTINE VERSCHUEREN

ARME IK

Ik ben voor het ongeluk geboren,
neen, ’t leven, dat zit me niet mee.
Mijn windjes kan iedereen horen,
in ’t orkest breekt mijn pauk in twee.
                  Steeds blijft mijn leer ergens aan haken,
                  zit ik op ’t dak,  valt z’op de grond.
                  Als ik kus, krijg ‘k kramp in mijn kaken,
                  mijn lief zoent nog liever mijn hond.
Mijn ezel weet steeds te ontsnappen,
Zeg ‘k “Ju” zet’ie geen stap vooruit.
‘k Smeek Murphy of hij op wil stappen
want zo houd ik het niet meer uit.
                 
ELK HUISJE HEEFT ZIJN KRUISJE
Respect voor elke job, komaan zeg ! Een vakbond heeft ze niet, stakingsrecht evenmin.  Als zij eens
het werk zou neerleggen …
Begint zij te kuisen, poetst iedereen de plaat.  Ze laat zich schuren en met boenwas wordt het er nog
eens flink ingewreven.  Ze wordt erbij gelapt als ze met een zeemzoet gezicht aan de ruiten begint. 
Haar leerstof ligt enkel op kasten.
Ze bakt er niets van, doet olie in de wok.  Kokend van woede zet ze een pot water op het fornuis. 
Even later zit ze in de puree en ze krijgt een saus over haar heen.
Ze krijgt ook een veeg uit de pan voordat ze aan de afwas begint.  Samen met de kopjes worden haar
hersenen gespoeld.  Ze wordt afgedroogd.  Soms breekt ze …
Met uitgestreken gezicht plooit ze de strijkplank op.  We laten haar stikken als ze kleren wil
verstellen.  Maar wil ze wel naaien ?
Toch voelt ze zich opgeruimd als ze opruimt.  Na de bedden maakt ze zichzelf op.  Want haar nieuwe
man komt deze avond …

HOE ZOU HET MET HITLER ZIJN ?

Stil, luister, ik sta hier te kloppen
en ‘k vraag U : “Is er geen belet ?”
U wordt wit, U wilt zich verstoppen
want voor U staat Dolf, het skelet.

Ik ben lang geleden geboren,
toen ‘k dood ging, werd het dolle pret.
Sindsdien ben ik kilo’s verloren,
dat is zo : ik ben een skelet.

De wormen, zij aten mijn darmen
mijn longen, mijn hart, al mijn vet.
Mijn hersens kregen geen erbarmen,
zo werd ik meer en meer skelet.

Het is om zeep dat ik nu bedel,
want elk bot poets ik, rein en net.
Mijn dijbeen, een rib en mijn schedel
Dolf is op aard ’t knapste skelet.

BURN OUT
Eindelijk ben ik er weer, in een klein stationnetje.  Het steekt me hier meer en meer tegen ; veel liever zou ik in Antwerpen Centraal gaan werken.  Maar nee dus, in Oud Heverlee hebben ze me gestoken, in een station van een voorschoot groot.
En dat is nog niet alles : voor dag en dauw moet ik opstaan om hier ’s morgens in de vroegte te kunnen beginnen.  Wat valt er hier nu te beleven ? Niets natuurlijk, want heel Oud Heverlee slaapt nog.  De direct naar Waver is er binnen een half uur en de boemel naar Leuven komt pas over een uur en half.  Maar ik moet hier wel zijn, zogezegd om den Akke af te lossen.  Ik was veel liever in mijn nest blijven liggen, bij ons Marie, maar ja, den Akke is geen groot licht, en hij doet elke nacht dezelfde stommiteiten  Eens zien of hij deze nacht tot de jaren van verstand gekomen is.
Maar nee, natuurlijk niet.  Daar staan ze weer weer hoor, die zeven wagentjes van den Akke.  Iedere ochtend opnieuw ; ik durf er de kop van ons Marie voor verwedden.  Altijd dezelfde zeven wagonnetjes op één van de twee sporen die dit stationnetje rijk is.
Zie ze daar staan, netjes op een rij.  Er is er geen één die eens op een zijspoor staat, ’t zijn net de zeven kaboutertjes, maar dan zonder Sneeuwwitje.  A ja, want de locomotief, die is er nooit.  En wie moet er elke dag voor zorgen dat dat rijtje aan de zijkant staat voordat de direct naar Waver passeert ? Ikke, Bibi dus.
Ah, daar zie ik den Akke.  Dat noemt zich dan een machinist, maar voor mijn part had hij beter voor vlaggenstok gestudeerd.
Maar wat doet hij nu ? Die is zot geworden ! Waarom staat hij daar nu zo stom te draaien aan dat wieleke ? Daarmee krijgt ge begot die locomotief niet voor die zeven wagonnetjes, hé !
Zeg, Akke, Akke ! Ga de lokomotief eens halen in hangar twee ! Akka, akka, komaan zeg, straks is de direct er al.  Allee, het begint te …
AKKE, AKKE, NEE ! NIET OP HET KNOPJE VAN HET FLUITSIGNAAL DUWEN !!  TUUT, TUUT ! Lap, te laat ! Die Akke denkt dat hij thuis de plezantste is zeker ? En nu is heel Oud Heverlee wakker, en bij wie komen ze reclameren als ze de boemel naar Leuven nemen ? Ja zeker, bij Bibi ; ik kan het weer oplossen
Ik ben het beu.  ’t Gaat niet meer.  Ik trap het af.  Nu ! En ik neem den Akke mee ! Weg zijn wij.

ANNEMIE  VORSSELMANS

Wat maakt toch dat ik van die inspiratieloze weken heb, vraag ik mij af ?
Slaap is het antwoord.
Of beter het gebrek eraan.
Wat houdt een mens dan zoal wakker?

Afgelopen week had ik nachtshift.
’s Nachts werken is niet zo erg.
Overdag slapen is moeilijk.
Zeker als er tijdens die nachten dingen gebeuren die je niet onmiddellijk kan loslaten
Zoals afgelopen zondag het geval was.

Rond half 3 werd er op de deur gebonkt. Toen ik ging kijken wat er zo dringend was, trof ik een jongeman aan die om water vroeg.  Zijn vriend, die iets verderop tegen de grond lag, voelde zich niet goed.
Ik gaf hem een fles water en vroeg of het niet beter was de hulpdiensten te verwittigen?
Na wat water gedronken te hebben zou zijn vriend zich vast wel beter voelen, verzekerde de jongeman mij.
Omdat ik van op die afstand  in het donker de situatie niet goed kon inschatten, belde ik toch maar de politie met de vraag of zij een kijkje konden nemen.
We bevonden ons vlakbij een discotheek, en dit waren de zichtbare gevolgen.
Vanuit het raam trachtte ik de verdere gebeurtenissen op te volgen.
De politie kwam, bekeek de dronkenlap en reed verder.
Enkele minuten later kwam de jongeman nog wat water vragen.
Nogmaals vroeg ik hem of het niet beter was om een ziekenwagen te vragen.
De jongeman werd kortaf. In dat geval zouden de ouders van de dronkenlap ongerust zijn. Zij zouden van de kust naar hier moeten komen voor niets en boos worden op de dronkenlap. De politie had hem verzekerd dat het zo wel beter zou gaan met de dronkenlap.

Een halfuurtje later kwam het duo binnengewandeld.
Of beter, de jongeman zeulde de dronkenlap binnen.
De dronkenlap leek een lappenpop. Helemaal onderkoeld, reageerde hij op niets of niemand. Hij opende zijn ogen niet.
Ik nam de telefoon en belde de 100.
De jongeman maakte zich druk over de eventuele reacties van de dronkenlap zijn ouders.
Zij waren naar hier gekomen  voor een verjaardagsfeestje. De rest van het gezelschap bevond zich nog in de discotheek. Hij wilde dit feestje niet in mineur afsluiten.

Dat zij daar maar eerder aan hadden moeten denken, antwoordde ik vinnig.
En dat ik nu nog wel naar de ouders durfde te bellen, maar binnen een uur misschien niet meer. Dat die ouders boos zouden zijn op hun zoon vond ik aannemelijk. Dat de zoon zijn vrienden daar bij betrokken waren en de ouders niet goed onder de ogen konden komen, begreep ik ook nog.
Maar ik wilde vooral voorkomen dat de ouders niet meer boos konden zijn op hun zoon en anderen de schuld zouden geven.
De jongeman werd voor rede vatbaar.

De ondertussen aangekomen ambulanciers voerden de dronkenlap af. De jongeman keerde terug naar de discotheek. Ik zette mijn werk verder.
Toen ik later op de dag thuis kwam, liet het voorval mij niet los.
’s Nachts werken was niet zo erg.
Overdag slapen werd heel moeilijk.


 ANN WILLEMEN

Monoloog : Een hart kan niet vergeten

Ik word gek…
Noteer dat maar … Langzaam maar zeker word ik gek…
Je zal’t wel zien … “Neen, Mevrouw, u lijdt aan een beginnende vorm van dementie.”
Dement of gek , op’t einde is ’t toch allemaal hetzelfde: Je wéét niet meer wat je doet. Amen en uit.
‘k Heb dat bij mijn grootvader gezien : dementie. Alzheimer was’t officieel. Een gruwelijk beest .
’t Maakt niet alleen ’t leven van de patiënt kapot. Maar dat van heel wat nabije mensen. Te beginnen
met de partner natuurlijk. Enfin, dat staat mij dus ook te wachten. En m’n familie.

STILTE

Ik mag er niet aan denken… niet meer kúnnen denken …
Wie heeft er zoiets vreselijks bedacht ? ! Een lamp die meer en meer uitdooft in een steeds heviger
opkomende mist. Al wat je mens maakt, wordt je zomaar afgepakt… Op ’t eind vaak niet meer kunnen lezen, tv kijken, spreken… alleen nog vergeten. Vergeten wie je kleinkinderen zijn , je eigen kinderen, … je man met wie je lief en leed hebt gedeeld… je eigen naam vergeten… gewoonweg niet meer weten wie je bent…weg identiteit .

STILTE

Weet je , ik ben bang . Doodsbang ! Sinds ik het weet heb ik wekenlang bijna geen oog dichtgedaan.
Al moet ik eerlijk bekennen : ik voelde al langer iets. Je vindt je sleutels niet, je gsm, je bankkaart …
Zoekt hopeloos achter dat ene blad omdat … omdat… en dan weet je niet meer waarom. Je vergeet een keer een afspraak. Laat je kleinkind huilend  aan de schoolpoort staan. Weet niet meer wat je gisteren at, wat je op tv zag, wie je ontmoette… je weet gewoonweg niet meer wat je deed. En dan die namen ...
van vrienden,kennisen, soms van een collega, die nicht van dingeske … je weet wel… die we vorige week nog zagen, daar bij die kledingzaak… je weet wel … op de Meir. Hoe heet ze nu weer ?...
Godverdomme, dat mens haar naam ! Jij weet het toch, schat… wel die nicht van je weet wel wie ik bedoel ! Ach, laat ook maar !
En hopeloos kasten overhoop gooien om dat ene ding te zoeken dat je nodig had om … je weet wel !
Kwaad ? Tuurlijk word ik regelmatig kwaad ! Dat mag je gerust weten.  Op  die stomme, stomme ziekte !  Razend omdat iemand me dit aandoet ! Woedend op God, die je tegelijkertijd meer dan ooit in vraag stelt. En hopeloos zoekend naar een antwoord op de vraag waarom het lot net jou uitkoos.

STILTE

Zouden zij het zien, die anderen ? Je man ? Je dochter of je zoon ? De kleinkinderen ? Zouden die zien dat er wat misloopt met oma ?
Iedereen staat toch wel eens op een receptie met pantoffels aan ? Of vergeet z’n boodschappentas
op de tram ? … Ok, dan wel geen zes keer misschien.
Maar ik wil niet dat iemand het weet. Ik wil niet dat iemand het aan me ziet. Ik moet sterk zijn, controleren ! Alles checken… vier, vijf keer !
Maar wat als ik het gasfornuis ooit laat open staan ?... Wat als ik thuis begin weg te lopen op zoek naar iets dat ik dan toch niet meer weet…Dat m’n man telefoon krijgt van de politie dat hij “mevrouw mag komen ophalen op volgend adres “

STILTE

En toch is er iets dat heel lang zal blijven hangen : de liedjes van vroeger.  Mijn grootvader kon ze niet meer meezingen, maar je zag herkenning in z’n ogen. Tot ’t laatste moment bijna.
Iedereen van buitenaf zei : “Hij is een plant !” En dat maakte ons zo moe. Hij was geen plant hoor !
Hij had nog z’n gevoelens … kon nog genieten van kleine dingen zoals een maaltijd…

STILTE

Ik wil géén plant worden ! Ik wil mens blijven … ik wil nog voelen, horen, ruiken … genieten…
Vanaf nu elke dag, elk moment … elk ogenblik.

STILTE

Ik wil niet vergeten dat ik van je hou, Gaston . En daarom schrijf ik het nu alvast op .

(pakt pen en papier en gaat al schrijvend verder, af en toe opkijkend en peinzend)

Gaston,als ik je naam niet meer kan zeggen… als ik niet meer weet wie je bent …
Weet dan , Gaston, dat ik tot in ’t oneindig van je hou. Ik wil niet dat je zelf voor me zorgt, dat is een veel te zware last…Kom gewoon af en toe langs en houd m’n hand vast … en zing de liedjes voor me die we vroeger samen zongen … en bid voor ons.
En ook de kinderen, Gaston, zeg hen dat ik een …trotse moeder ben die altijd zielsveel van ze zal houden… ook al kan ik hen dat niet meer tonen.
Aan de kleinkinderen zeg je maar, Gaston, dat oma … heel erg moe is en dat ze daarom alles vergeet… Maar dat zij voor altijd in oma’s hart zullen zitten … en dat een hart niet vergeten kan.


DETTE VAN ZEELAND

Flitsen


dood stil
diepe streep
droge mond
dood paard
droge was
diep gat

pijl snel
raven zwart
jas
draag baar
dor gras
ravijn

breek ijzer
breek baar
waarom?
blijf
niet doen
gevaar


Ik werd gek.

Ik liep 's nacht over straat en hoorde de muziek tegen me spreken.
Ik zag het bloed van een verslaafde gek en verstond hem.
Drie donderslagen klonken recht boven mijn hoofd.
Ik zag de nummers om me heen,
het waren steeds dezelfde.
Hij kwam op bezoek,
Ik bedreef de liefde met hem,
maar hij was niet echt.
Ik dronk whiskey en whiskey.
Ik luisterde naar de radio,
zag waar de mensheid heen ging.
Schreef een brief naar Amerika,
omdat het zo belangrijk was.

De muziek was voor mij geschreven.
De donder en bliksem was om mij te verlichten.
De keuze was op mij gevallen.

Ik stond op een vliegtuig en sprak de mensen toe.


File

De Haust toastjesfabriek kent veel files
De worsten deeg glijden over snelwegen door de hal
Op knooppunten gaat het mis
Daar regelen mannen met harkjes het verkeer
Een rij toastjes valt geregeld van de band
In de laatste machine verloor ik bijna mijn hand


SONJA BEELAERT


De auto

Broem, broem
Doet de auto
Waar is de auto?
Ik zie hem niet.
Broem, broem
Waar is hij?
Kan jij hem zien?
Of jij?
Welke kleur heeft de auto?
Geel?
Nee, het is een witte auto
Is hij groot?
Heel groot?
Nee, het is een kleine auto.
Ik zie hem.
Ja!
Waar is de auto dan?
Achter de zetel?
Nee, er is geen auto achter de zetel.
Maar waar is de auto toch?
Onder de stoel?
Nee, hij is niet onder de stoel.
Kijk, ik zie hem
Daar ……………………….



 TIMMY VRANKEN

De toxiciteit van het ideaal

kracht is een deugd
maar fysisch gesproken
stopt een mens op 9G
het als een deugd te ervaren

Status en waarden
zijn omgekeerd evenredig
daarom betrad ik nooit
het pad van advocaat

liefde is een vergiftigd geschenk
en draagt herpes met zich mee
eenzaamheid is doenbaar
zonder al die groeiende blaasjes

connecties zijn handig
nu allemaal digitaal
mijn sociaal leven als call center
vereist kennis van netwerkbeheer

dancing in the rain
vlucht in de romantiek
mar bij de eerste neerslag
gooi ik mijn vensters toe

spelfouten domineren mijn levensverhaal
maar mijn boek wordt meer
dan een zielloze binding
van gerecycleerd papierwerk.

LAURA NURMI

A is voor aap
B voor beer
C voor cavia
D voor dromedaris

Het verschil tussen en kameel en dromedaris
is at de kameel twee bulten heeft en de dromedaris maar één

E is voor ezel
F  voor fazant
G voor giraf
En H voor haai

Sommige haaien hebben lichtgevende organen
die ze gebruiken voor camouflage

I is voor ijsbeer
J voor jaguar
K voor kameel
L voor leeuw

Het swahiliwoord voor een leeuw
is Simba

M is voor mier
N voor neushoorn
O voor olifant
P voor paard

Een paard slaapt maar twee of drie uur
per dag

Q is voor euh, vergeet het maar
R voor ree
s voor slang
T voor tijger

Een kruising tussen een leeuw en
een tijger heet een lijger

U voor uil
V voor vleermuis
X voor hhmm, laat maar
Y voor yak
Z voor zebra

Er is geen enkel dier wiens naam met een X begint
in het Nederlands










slogan Januari


Door nieuwe klanken hier,
mooi gekozen woorden daar
maken we ons klaar voor een warm jaar
en kunnen we elke storm veranderingen aan.