ELLEN KIL
1. HAIKU
Volwassen
Mama leert vogels
Vliegen uit hun warme nest
Tot de kat ze vangt
2. SONNET
Knuffelrock
En op en
neer
En heen en
weer
Terwijl de
presentator praat
Op het
ritme van de plaat
Lik ik
langs mijn lippen
Begin ik op
het bed te wippen
Hij heeft
een zwoele, warme stem
Ik droom
steeds dat ik bij hem ben
Ik kreun,
ik hijg, erin, eruit
De vonken
springen van mijn huid
Ik zweet de
climax tegemoet
Elf uur het
nieuws. Ik schreeuw het uit
Smijt woest
de radio door de ruit
Een vriend,
nu kwijt, voorgoed
3. TANKA
Zijderups
Je groeit,
valt niet op
Eet blad,
klaar om te vliegen
Als
vlinder, roomwit
Tot een
vrouw je afwikkelt
Aan een
zijden draad, morsdood
4. KYOKA
Technisch
wonder
Bompa kreeg
als cadeau
Een gsm met
bluetooth
Touchscreen,
internet…
Belt Kevin
in plaats van Koen
Stuurt lege
sms’jes
MARTINE VERSCHUEREN
ARME IK
Ik ben voor het ongeluk geboren,
neen, ’t leven, dat zit me niet mee.
Mijn windjes kan iedereen horen,
in ’t orkest breekt mijn pauk in twee.
Steeds
blijft mijn leer ergens aan haken,
zit
ik op ’t dak, valt z’op de grond.
Als
ik kus, krijg ‘k kramp in mijn kaken,
mijn
lief zoent nog liever mijn hond.
Mijn ezel weet steeds te ontsnappen,
Zeg ‘k “Ju” zet’ie geen stap vooruit.
‘k Smeek Murphy of hij op wil stappen
want zo houd ik het niet meer uit.
ELK HUISJE HEEFT ZIJN KRUISJE
Respect voor elke job, komaan zeg ! Een
vakbond heeft ze niet, stakingsrecht evenmin. Als zij eens
het werk zou neerleggen …
Begint zij te kuisen, poetst iedereen de
plaat. Ze laat zich schuren en met
boenwas wordt het er nog
eens flink ingewreven. Ze wordt erbij gelapt als ze met een
zeemzoet gezicht aan de ruiten begint.
Haar leerstof ligt enkel op kasten.
Ze bakt er niets van, doet olie in de
wok. Kokend van woede zet ze een
pot water op het fornuis.
Even later zit ze in de puree en ze krijgt
een saus over haar heen.
Ze krijgt ook een veeg uit de pan voordat
ze aan de afwas begint. Samen met
de kopjes worden haar
hersenen gespoeld. Ze wordt afgedroogd. Soms breekt ze …
Met uitgestreken gezicht plooit ze de
strijkplank op. We laten haar
stikken als ze kleren wil
verstellen. Maar wil ze wel naaien ?
Toch voelt ze zich opgeruimd als ze
opruimt. Na de bedden maakt ze
zichzelf op. Want haar nieuwe
man komt deze avond …
HOE ZOU HET MET HITLER ZIJN ?
Stil, luister, ik sta hier te kloppen
en ‘k vraag U : “Is er geen belet ?”
U wordt wit, U wilt zich verstoppen
want voor U staat Dolf, het skelet.
Ik ben lang geleden geboren,
toen ‘k dood ging, werd het dolle pret.
Sindsdien ben ik kilo’s verloren,
dat is zo : ik ben een skelet.
De wormen, zij aten mijn darmen
mijn longen, mijn hart, al mijn vet.
Mijn hersens kregen geen erbarmen,
zo werd ik meer en meer skelet.
Het is om zeep dat ik nu bedel,
want elk bot poets ik, rein en net.
Mijn dijbeen, een rib en mijn schedel
Dolf is op aard ’t knapste skelet.
BURN OUT
Eindelijk ben ik er weer, in
een klein stationnetje. Het steekt
me hier meer en meer tegen ; veel liever zou ik in Antwerpen Centraal gaan
werken. Maar nee dus, in Oud
Heverlee hebben ze me gestoken, in een station van een voorschoot groot.
En dat is nog niet alles :
voor dag en dauw moet ik opstaan om hier ’s morgens in de vroegte te kunnen
beginnen. Wat valt er hier nu te
beleven ? Niets natuurlijk, want heel Oud Heverlee slaapt nog. De direct naar Waver is er binnen een
half uur en de boemel naar Leuven komt pas over een uur en half. Maar ik moet hier wel zijn, zogezegd om
den Akke af te lossen. Ik was veel
liever in mijn nest blijven liggen, bij ons Marie, maar ja, den Akke is geen
groot licht, en hij doet elke nacht dezelfde stommiteiten Eens zien of hij deze nacht tot de
jaren van verstand gekomen is.
Maar nee, natuurlijk
niet. Daar staan ze weer weer
hoor, die zeven wagentjes van den Akke.
Iedere ochtend opnieuw ; ik durf er de kop van ons Marie voor verwedden. Altijd dezelfde zeven wagonnetjes op
één van de twee sporen die dit stationnetje rijk is.
Zie ze daar staan, netjes op
een rij. Er is er geen één die
eens op een zijspoor staat, ’t zijn net de zeven kaboutertjes, maar dan zonder
Sneeuwwitje. A ja, want de locomotief,
die is er nooit. En wie moet er
elke dag voor zorgen dat dat rijtje aan de zijkant staat voordat de direct naar
Waver passeert ? Ikke, Bibi dus.
Ah, daar zie ik den Akke. Dat noemt zich dan een machinist, maar
voor mijn part had hij beter voor vlaggenstok gestudeerd.
Maar wat doet hij nu ? Die is
zot geworden ! Waarom staat hij daar nu zo stom te draaien aan dat wieleke ?
Daarmee krijgt ge begot die locomotief niet voor die zeven wagonnetjes, hé !
Zeg, Akke, Akke ! Ga de
lokomotief eens halen in hangar twee ! Akka, akka, komaan zeg, straks is de
direct er al. Allee, het begint te
…
AKKE, AKKE, NEE ! NIET OP HET
KNOPJE VAN HET FLUITSIGNAAL DUWEN !!
TUUT, TUUT ! Lap, te laat ! Die Akke denkt dat hij thuis de plezantste
is zeker ? En nu is heel Oud Heverlee wakker, en bij wie komen ze reclameren
als ze de boemel naar Leuven nemen ? Ja zeker, bij Bibi ; ik kan het weer
oplossen
Ik ben het beu. ’t Gaat niet meer. Ik trap het af. Nu ! En ik neem den Akke mee ! Weg zijn
wij.
ANNEMIE VORSSELMANS
Wat maakt toch dat ik van
die inspiratieloze weken heb, vraag ik mij af ?
Slaap is het antwoord.
Of beter het gebrek eraan.
Wat houdt een mens dan
zoal wakker?
Afgelopen week had ik
nachtshift.
’s Nachts werken is niet
zo erg.
Overdag slapen is
moeilijk.
Zeker als er tijdens die
nachten dingen gebeuren die je niet onmiddellijk
kan loslaten
Zoals afgelopen zondag het
geval was.
Rond half 3 werd er op de
deur gebonkt. Toen ik ging kijken wat er zo dringend was, trof ik een jongeman
aan die om water vroeg. Zijn
vriend, die iets verderop tegen de grond lag, voelde zich niet goed.
Ik gaf hem een fles water
en vroeg of het niet beter was de hulpdiensten te verwittigen?
Na wat water gedronken te
hebben zou zijn vriend zich vast wel beter voelen, verzekerde de jongeman mij.
Omdat ik van op die
afstand in het donker de situatie
niet goed kon inschatten, belde ik toch maar de politie met de vraag of zij een
kijkje konden nemen.
We bevonden ons vlakbij
een discotheek, en dit waren de zichtbare gevolgen.
Vanuit het raam trachtte
ik de verdere gebeurtenissen op te volgen.
De politie kwam, bekeek de
dronkenlap en reed verder.
Enkele minuten later kwam
de jongeman nog wat water vragen.
Nogmaals vroeg ik hem of
het niet beter was om een ziekenwagen te vragen.
De jongeman werd kortaf.
In dat geval zouden de ouders van de dronkenlap ongerust zijn. Zij zouden van
de kust naar hier moeten komen voor niets en boos worden op de dronkenlap. De
politie had hem verzekerd dat het zo wel beter zou gaan met de dronkenlap.
Een halfuurtje later kwam
het duo binnengewandeld.
Of beter, de jongeman
zeulde de dronkenlap binnen.
De dronkenlap leek een
lappenpop. Helemaal onderkoeld, reageerde hij op niets of niemand. Hij opende
zijn ogen niet.
Ik nam de telefoon en
belde de 100.
De jongeman maakte zich
druk over de eventuele reacties van de dronkenlap zijn ouders.
Zij waren naar hier
gekomen voor een
verjaardagsfeestje. De rest van het gezelschap bevond zich nog in de
discotheek. Hij wilde dit feestje niet in mineur afsluiten.
Dat zij daar maar eerder
aan hadden moeten denken, antwoordde ik vinnig.
En dat ik nu nog wel naar
de ouders durfde te bellen, maar binnen een uur misschien niet meer. Dat die
ouders boos zouden zijn op hun zoon vond ik aannemelijk. Dat de zoon zijn
vrienden daar bij betrokken waren en de ouders niet goed onder de ogen konden
komen, begreep ik ook nog.
Maar ik wilde vooral
voorkomen dat de ouders niet meer boos konden zijn op hun zoon en anderen de
schuld zouden geven.
De jongeman werd voor rede
vatbaar.
De ondertussen aangekomen
ambulanciers voerden de dronkenlap af. De jongeman keerde terug naar de
discotheek. Ik zette mijn werk verder.
Toen ik later op de dag
thuis kwam, liet het voorval mij niet los.
’s Nachts werken was niet
zo erg.
Overdag slapen werd heel
moeilijk.
ANN WILLEMEN
Monoloog : Een hart kan niet vergeten
Ik word gek…
Noteer dat maar … Langzaam maar zeker word ik gek…
Je zal’t wel zien … “Neen, Mevrouw, u lijdt aan een
beginnende vorm van dementie.”
Dement of gek , op’t einde is ’t toch allemaal hetzelfde:
Je wéét niet meer wat je doet. Amen en uit.
‘k Heb dat bij mijn grootvader gezien : dementie. Alzheimer
was’t officieel. Een gruwelijk beest .
’t Maakt niet alleen ’t leven van de patiënt kapot. Maar
dat van heel wat nabije mensen. Te beginnen
met de partner natuurlijk. Enfin, dat staat mij dus ook
te wachten. En m’n familie.
STILTE
Ik mag er niet aan denken… niet meer kúnnen denken …
Wie heeft er zoiets vreselijks bedacht ? ! Een lamp die
meer en meer uitdooft in een steeds heviger
opkomende mist. Al wat je mens maakt, wordt je zomaar
afgepakt… Op ’t eind vaak niet meer kunnen lezen, tv kijken, spreken… alleen
nog vergeten. Vergeten wie je kleinkinderen zijn , je eigen kinderen, … je man
met wie je lief en leed hebt gedeeld… je eigen naam vergeten… gewoonweg niet
meer weten wie je bent…weg identiteit .
STILTE
Weet je , ik ben bang . Doodsbang ! Sinds ik het weet heb
ik wekenlang bijna geen oog dichtgedaan.
Al moet ik eerlijk bekennen : ik voelde al langer iets.
Je vindt je sleutels niet, je gsm, je bankkaart …
Zoekt hopeloos achter dat ene blad omdat … omdat… en dan
weet je niet meer waarom. Je vergeet een keer een afspraak. Laat je kleinkind
huilend aan de schoolpoort staan.
Weet niet meer wat je gisteren at, wat je op tv zag, wie je ontmoette… je weet
gewoonweg niet meer wat je deed. En dan die namen ...
van vrienden,kennisen, soms van een collega, die nicht
van dingeske … je weet wel… die we vorige week nog zagen, daar bij die
kledingzaak… je weet wel … op de Meir. Hoe heet ze nu weer ?...
Godverdomme, dat mens haar naam ! Jij weet het toch,
schat… wel die nicht van je weet wel wie ik bedoel ! Ach, laat ook maar !
En hopeloos kasten overhoop gooien om dat ene ding te
zoeken dat je nodig had om … je weet wel !
Kwaad ? Tuurlijk word ik regelmatig kwaad ! Dat mag je
gerust weten. Op die stomme, stomme ziekte ! Razend omdat iemand me dit aandoet !
Woedend op God, die je tegelijkertijd meer dan ooit in vraag stelt. En hopeloos
zoekend naar een antwoord op de vraag waarom het lot net jou uitkoos.
STILTE
Zouden zij het zien, die anderen ? Je man ? Je dochter of
je zoon ? De kleinkinderen ? Zouden die zien dat er wat misloopt met oma ?
Iedereen staat toch wel eens op een receptie met
pantoffels aan ? Of vergeet z’n boodschappentas
op de tram ? … Ok, dan wel geen zes keer misschien.
Maar ik wil niet dat iemand het weet. Ik wil niet dat
iemand het aan me ziet. Ik moet sterk zijn, controleren ! Alles checken… vier,
vijf keer !
Maar wat als ik het gasfornuis ooit laat open staan ?...
Wat als ik thuis begin weg te lopen op zoek naar iets dat ik dan toch niet meer
weet…Dat m’n man telefoon krijgt van de politie dat hij “mevrouw mag komen
ophalen op volgend adres “
STILTE
En toch is er iets dat heel lang zal blijven hangen : de
liedjes van vroeger. Mijn
grootvader kon ze niet meer meezingen, maar je zag herkenning in z’n ogen. Tot
’t laatste moment bijna.
Iedereen van buitenaf zei : “Hij is een plant !” En dat
maakte ons zo moe. Hij was geen plant hoor !
Hij had nog z’n gevoelens … kon nog genieten van kleine
dingen zoals een maaltijd…
STILTE
Ik wil géén plant worden ! Ik wil mens blijven … ik wil
nog voelen, horen, ruiken … genieten…
Vanaf nu elke dag, elk moment … elk ogenblik.
STILTE
Ik wil niet vergeten dat ik van je hou, Gaston . En
daarom schrijf ik het nu alvast op .
(pakt pen en papier en gaat al schrijvend verder, af en
toe opkijkend en peinzend)
Gaston,als ik je naam niet meer kan zeggen… als ik niet
meer weet wie je bent …
Weet dan , Gaston, dat ik tot in ’t oneindig van je hou.
Ik wil niet dat je zelf voor me zorgt, dat is een veel te zware last…Kom gewoon
af en toe langs en houd m’n hand vast … en zing de liedjes voor me die we
vroeger samen zongen … en bid voor ons.
En ook de kinderen, Gaston, zeg hen dat ik een …trotse
moeder ben die altijd zielsveel van ze zal houden… ook al kan ik hen dat niet
meer tonen.
Aan de kleinkinderen zeg je maar, Gaston, dat oma … heel
erg moe is en dat ze daarom alles vergeet… Maar dat zij voor altijd in oma’s
hart zullen zitten … en dat een hart niet vergeten kan.
DETTE VAN ZEELAND
dood stil
diepe streep
droge mond
dood paard
droge was
diep gat
pijl snel
raven zwart
jas
draag baar
dor gras
ravijn
breek ijzer
breek baar
waarom?
blijf
niet doen
gevaar
Ik werd gek.
Ik liep 's nacht over straat en hoorde de
muziek tegen me spreken.
Ik zag het bloed van een verslaafde gek en
verstond hem.
Drie donderslagen klonken recht boven mijn
hoofd.
Ik zag de nummers om me heen,
het waren steeds dezelfde.
Hij kwam op bezoek,
Ik bedreef de liefde met hem,
maar hij was niet echt.
Ik dronk whiskey en whiskey.
Ik luisterde naar de radio,
zag waar de mensheid heen ging.
Schreef een brief naar Amerika,
omdat het zo belangrijk was.
De muziek was voor mij geschreven.
De donder en bliksem was om mij te
verlichten.
De keuze was op mij gevallen.
Ik stond op een vliegtuig en sprak de
mensen toe.
File
De Haust toastjesfabriek kent veel files
De worsten deeg glijden over snelwegen door
de hal
Op knooppunten gaat het mis
Daar regelen mannen met harkjes het verkeer
Een rij toastjes valt geregeld van de band
In de laatste machine verloor ik bijna mijn
hand
SONJA BEELAERT
De auto
Broem, broem
Doet de auto
Waar is de auto?
Ik zie hem niet.
Broem, broem
Waar is hij?
Kan jij hem zien?
Of jij?
Welke kleur heeft
de auto?
Geel?
Nee, het is een
witte auto
Is hij groot?
Heel groot?
Nee, het is een
kleine auto.
Ik zie hem.
Ja!
Waar is de auto
dan?
Achter de zetel?
Nee, er is geen
auto achter de zetel.
Maar waar is de
auto toch?
Onder de stoel?
Nee, hij is niet
onder de stoel.
Kijk, ik zie hem
Daar ……………………….
dancing in the rain
vlucht in de romantiek
mar bij de eerste neerslag
gooi ik mijn vensters toe
spelfouten domineren mijn levensverhaal
maar mijn boek wordt meer
dan een zielloze binding
van gerecycleerd papierwerk.
LAURA NURMI
A is voor aap
B voor beer
C voor cavia
D voor dromedaris
Het verschil tussen en kameel en dromedaris
is at de kameel twee bulten heeft en de dromedaris maar één
E is voor ezel
F voor fazant
G voor giraf
En H voor haai
Sommige haaien hebben lichtgevende organen
die ze gebruiken voor camouflage
I is voor ijsbeer
J voor jaguar
K voor kameel
L voor leeuw
Het swahiliwoord voor een leeuw
is Simba
M is voor mier
N voor neushoorn
O voor olifant
P voor paard
Een paard slaapt maar twee of drie uur
per dag
Q is voor euh, vergeet het maar
R voor ree
s voor slang
T voor tijger
Een kruising tussen een leeuw en
een tijger heet een lijger
U voor uil
V voor vleermuis
X voor hhmm, laat maar
Y voor yak
Z voor zebra
Er is geen enkel dier wiens naam met een X begint
in het Nederlands
Geen opmerkingen:
Een reactie posten