woensdag 19 maart 2014

Interview Paul Van der Cruyssen door leerlingen literaire creatie


50 jaar les volgen in de Academies? Het kàn!

Paul Van der Cruyssen wordt als een fenomeen beschouwd. Het is immers niet iedereen gegeven om het 50 jaar vol te houden in het Deeltijds Kunstonderwijs of 'de Academies'. Zo goed als ononderbroken: één jaartje heeft hij een sabbatjaar genomen. Als 59-jarige was hij bereid tot een interview... Leerlingen literaire creatie Ann, Annemie en Martine noteerden.
HOU VOL EENS JE BEGONNEN BENT!
Op 8-jarige leeftijd heeft Pauls moeder hem gestimuleerd om naar de muziekschool in Wilrijk te gaan. Pauls vader speelde klarinet, saxofoon en viool in een balorkest. De combinatie tussen werken als fabrieksarbeider en dikwijls in het weekend weg zijn om te spelen, viel hem vaak zwaar.  Daarom was zijn vader in aanvang geen vragende partij om zijn zoon muziek te laten studeren. Maar later was hij wel zijn vurigste fan! Het eerste jaar werd enkel notenleer gegeven. Daarna volgde Paul pianoles en dit tot zijn twintigste. In die tijd waren de studiejaren niet zo afgebakend als nu. Het was niet duidelijk wanneer iemand afgestudeerd was. In deze periode volgde hij ook kerkorgel, maar studeerde er niet voor af omwille van praktische redenen: een kerkorgel krijg je niet zomaar in je woonkamer en oefenen lag daarom niet voor de hand...
Toen hij twintig werd, nam hij een sabbatjaar. Hij wilde nadenken over wat hij de komende jaren zou gaan studeren. Tijdens dat jaar heeft hij geen noot piano gespeeld, omdat hij nergens een stimulans vond, wat hij als een gemis ervaarde.
Vooral omwille van het samenspel, het evenwicht vinden tussen de verschillende muzikanten en het sociale aspect besloot hij na enige tijd voor kamermuziek te gaan, bij Yvo Verelst in Academie Wilrijk.
Na de kamermuziek kwam klavecimbel op het programma. Zijn toenmalige leraren waren Ronny Plovie (nu directeur in Academie Berchem) en Ludmilla Tschakalova. Uit die tijd dateert ook een leuke anekdote: toevallig ging Paul naar een tentoonstelling over klavecimbels in het Maagdenhuis. Er was die dag een opnameploeg van de VRT. Toen men vroeg of er iemand aanwezig was die even klavecimbel wilde spelen, stelde Paul zich kandidaat. Het fragment werd uitgezonden in het journaal om het Festival van Vlaanderen te promoten, wat voor Paul een grote verrassing was. Het leek immers of hij één van de artiesten was tijdens het festival. Enkele jaren later heeft men dit filmpje nog eens gebruikt. Een duidelijke bevestiging van de kwaliteit van zijn musiceren.
Na de klavecimbelstudie vroeg hij zich af: ‘wat nu?’. De toetsinstrumenten waren quasi uitgeput. Luit misschien? Via de klavecimbel was hij immers in aanraking gekomen met barok- en renaissancemuziek. Een repertoire dat hem wel lag. Maar Paul was wat bang om op latere leeftijd nog met een instrument te beginnen. Hij vreesde niet hetzelfde technische niveau te halen. Op een dag was Paul met zijn echtgenote in Lier waar Klara een dag organiseerde samen met de Lierse Academie waar op dat moment het eindexamen richting jazz/lichte muziek werd gehouden. Paul was meteen verkocht en ging voor jazzmuziek. Zo kon hij immers terug aan de slag met zijn piano. Creativiteit en improvisatie zijn belangrijk in dit genre. Eerst kreeg hij les van Jef Neve. Toen deze wegens te veel werk stopte met lesgeven, schakelde Paul over naar Academie Berchem waar hij les kreeg van Christophe Erbstösser en Wim Leyesen. Vorig jaar liep ook deze cyclus af. Opnieuw de vraag: wat nu? Paul besloot de uitdaging van een nieuw instrument ditmaal aan te gaan en koos voor saxofoon. Zo kon hij verder groeien in de jazzstijl. Het geeft je meer vrijheid: je komt samen met muzikanten met wat ervaring en hoeft slechts enkele akkoorden af te spreken om een jamsessie in te vullen. In de klassieke muziek is dit helemaal anders. Je studeert hard en hoopt dan zo weinig mogelijk fouten te spelen.
Momenteel volgt Paul het eerste jaar altsaxofoon bij Walter Baeken in Academie Mortsel, in de voetsporen van zijn vader. “Ik wil nog doorgaan tot mijn tachtigste!” is zijn leuze (als zijn fysiek het toelaat tenminste). Momenteel is hij (als pianist dan) ook als vrije leerling lid van een jazz-combo in Berchem. Het combo bestaat uit een zangeres, bassist, pianist, 2 saxen, een gitarist en een drummer.
Paul heeft zelf nooit overwogen om professioneel muzikant te worden. Als jonge gast vond hij het niet interessant genoeg. Er waren genoeg ‘ernstige beroepen’. Hij studeerde wiskunde en werkt als informaticus. Nu is hij een andere mening toegedaan, maar hij heeft geen spijt omdat muziek een prachtige hobby is. Wiskunde en muziek hebben meer met elkaar te maken dan we eigenlijk beseffen. Muziek is zoeken naar evenwicht, net als in de wiskunde. Curves en gulden snedes kwamen ook van pas als hij klavecimbel speelde. Omdat dit instrument weinig mogelijkheden biedt om zacht of hard te spelen en geen pedalen heeft, is timing heel belangrijk. Wiskunde dus.
Paul heeft veel opgetreden. Zeer goede herinneringen heeft hij aan zijn eindexamen als jazzpianist. Er werd een concert georganiseerd in de feestzaal van Academie Berchem voor vrienden en familie.
Hij stichtte het groepje ‘Pianississimo’ samen met een vriend uit Wilrijk die poëzie bracht. Dat werden dan Paul, Pieter, piano , poëzie en proza: allemaal p’s … pianississimo.  De eerste keer dat er geld in het laatje kwam na een optreden was wel speciaal. Na een gezellige maaltijd was het geld al op, maar dat kon de pret niet bederven.
Hoeveel diploma’s hij heeft, weet Paul eigenlijk niet. Positieve ervaringen zijn er met hopen. In de les klavecimbel bij Ronny Plovie hadden verschillende leerlingen van de groep ongeveer hetzelfde niveau. Ronny nam eens zijn eigen klavecimbel mee, zo kon er een dubbelconcerto van Bach worden gespeeld. Van twee klavecimbels kwamen er drie, samen met een strijkersensemble.  En ja hoor: Bach heeft ook een concerto voor vier klavecimbels. Dus werd er geëxperimenteerd met vier klavecimbels. De opvoering van dit muziekstuk was een hele onderneming waarvoor veel meer logistieke tijd dan opvoeringstijd nodig was. De klavecimbels moesten immers naar de plaats van uitvoering geraken en in de bestelwagen van Ronny was er maar plaats voor twee instrumenten. Een dubbele rit dus en vier klavecimbels om te stemmen. Dit voor een muziekstuk dat nauwelijks tien minuten duurde. In ieder geval een unieke kans om dit als amateurs te kunnen meemaken. Paul wil dan ook van deze gelegenheid gebruik maken om Ronny Plovie te bedanken, die dit toen heeft weten te realiseren.
Paul heeft ook fijne herinneringen aan een jaarconcert van het harmonieorkest ‘De Scheldezonen ’ van Hoboken. Hij heeft toen als solist gespeeld in de Singel voor een publiek van 800 man! Op voorhand was hij heel zenuwachtig, maar gelukkig viel deze stress weg eens hij op het podium stond. Spanning bouwt op in de voorbereiding, voldoening komt erna en dat compenseert.
Zijn eindexamen kamermuziek bestond onder andere uit een stuk waar hij meer dan een jaar aan gestudeerd had, de eerste Brahms-sonate voor cello en piano. Hij speelde dit samen met zijn leraar, die de cello bespeelde. Dit was echt een feelgood-concert voor hem.
Vorig jaar heeft Paul meegedraaid als pianist in een theaterstuk ‘Koken met Elvis’, wat weer een andere ervaring werd. Synchronisatie en interactie met acteurs waren belangrijk.
Toen Paul 25 jaar getrouwd was, werd er natuurlijk ook een concertje georganiseerd. Aan een bepaald muziekstuk voor piano heeft de ganse familie meegedaan. Het was een ‘six-mains’: 3 pianisten tegelijkertijd naast mekaar aan de piano dus. Het stuk evolueerde van gemakkelijk niveau naar moeilijk in tien korte delen. Zijn vrouw, schoonbroer en zoon, allen zonder noemenswaardige piano-ervaring, begonnen. Naarmate het stuk vorderde, ging de ene muzikant weg om plaats te maken voor een andere. Het stuk eindigde met de meer beslagen pianisten uit de familie: zijn schoonzus, zijn dochter en hijzelf.
Negatieve ervaringen heeft Paul eigenlijk niet. Ook merkt hij niet veel evolutie in het muziekonderricht, muziek blijft muziek. Ook tussen de verschillende Academies merkt hij weinig verschil. Veel hangt af van de leerkracht. Hij heeft geen advies aan het DKO, wel een verzuchting:  Bij het einde van een cyclus kan je niet echt verder met je instrument. Veel leerlingen zitten met dit probleem. Ze willen nog graag verder, maar hiervoor is niets voorzien. Hij hoopt dan ook dat de overheid daarvoor iets kan organiseren zodat dit wel kan. 
Paul heeft ook goede raad voor mensen die net aan een opleiding begonnen zijn. Het is heel belangrijk dat je iemand hebt die naast je staat op momenten dat je zou willen opgeven. Iemand die je kan aanzetten om door te gaan.  ‘Hou vooral vol’ is zijn devies, ‘je krijgt later veel voldoening terug, als je ermee stopt, krijg je later gegarandeerd spijt’.
50 jaar DKO wis je niet zomaar uit, en daarom zijn wij blij dat Paul tijd heeft vrijgemaakt om hierover te praten met ons. We wensen hem nog veel succes en als hij 80 jaar oud is hopen we dat er weer een interview (en een concertje) plaats kan vinden, met nog meer anekdotes en ervaringen.
Bedankt, Paul!
Slogan Maart

De stad kleurt al paars, geel en groen
als teken van een vroege lente
vogels kwetteren de winter weg en
de zon verzacht het verdriet om al
diegenen die ons zijn ontvallen




DKO - AANGESPOELDE GEDICHTEN VAN DE LEERLINGEN VAN LITERAIRE CREATIE 2014 (Ellen KIl, Martine Verschueren, Annemie Vorsselmans, Dette Van Zeeland, Ann Willemen en Sonja Beernaert).

Nacht.

‘s Nachts is het donker
af en toe ook overdag:
als er een serieuze regenbui
in de lucht hangt

Mysterie.
Ongure buurten.
Verdachte personages en
misdaad.

In het donker gebeurt veel
In het verborgene.

Soms
Is donker gezellig:
Een verliefd stelletje kijkt naar de sterrenhemel,
Een duistere kamer staat vol brandende kaarsjes
(maar dan is het natuurlijk niet meer donker).

Donker is een geheimzinnige leegte,
waarin je verloren dreigt te lopen,
schimmen en geesten herleven,
hun eigen gang gaan.
Ann

papaverrood
het snoepje
op de kast
meisje staat op tippen
mislukt !

Ann
                         
Steentje
Grof scherp
Zeving draaiing slijping
Zijde vlak ring broche
Schittering straling verblinding
Fijn zacht

Ann
                                                                                  

Is dit dan wat men noemt liefde ?
Hoe ik in zijn ogen keek en alleen maar warmte zag. Hoe hij met z’n hand zachtjes mijn kaak beroerde en de tijd even leek stil te staan. Hij hoefde geen tedere woordjes te fluisteren. Ik voelde hoe hij mij genegen was door de liefkozende manier waarop hij met z’n andere hand door m’n haren woelde  … En hoe dan plots zijn lippen mijn mond zachtjes aanraakten… Een zoenen dat overging in een hartstochtelijke kus. Voor de tweede maal die avond leek er van tijd even geen sprake. M’n hoofd werd licht. Ik vleide me in z’n armen.

Ann

BIANCA CASTAFIORE

Laa lalalalala laaaaa
Laa lalalalala laaaaa
Lala lala lala  laaaaa
Lala lala lala  laaaaa
La aha aha aha aha ha haaaaa
La aha aha aha aha ha haaaaa

Ann

In stilte zit ik te tobben. Tijd tikt, ik knik naar mezelf. Ik hou van hem, ik hou niet van hem. Hij is de ware, hij is een leugen. Zijn parfum stinkt naar kaas. Hij is altijd vrolijk, steeds opgefokt. Verse eieren brengt hij mee, kippen kapt hij de kop af. Hij kan niet zonder mij, zit me achterna als een schoothond. Aan één stuk door praat hij, enthousiast, als een gek. Ik bewonder zijn filosofische wijsheid, haat zijn onhandigheid. Plots een bons, geklop. Ik stop met tobben en loop hem tegemoet. Mijn lief.

Ellen

Sorry Raymond,
Vorige keer won jij de trofee
’t Kunnen niet steeds dezelfde zijn
Ook al vond je het wel fijn
Maar er dingen nog mannen mee /
Neem nu ‘Ramses’ voor een keer
Hij kan de concurrentie aan
Met alles wat hij heeft gedaan
Al komt er nu helaas niks meer /
Dan is er nog ‘De Groot’
Die kan mij nog bekoren
Muziek gemaakt voor mijn oren
En die is nog niet dood /
Verder is er nog ‘De Kris’
Die wordt veel te weinig gehoord
Al heeft hij mooie dingen verwoord
Zijn ‘Amsterdam’ is toch niet mis? /
Om bij de doden te blijven
‘De Craene’ vond ik nog eens top
Zijn teksten zaten er steeds op
En geen muziek voor oude wijven /
Raymond, zo kan je zien
Je bent niet de enige in mijn leven
Die aan alles zin kan geven
Ook al verdien je wel een tien!

Annemie

Man zoekt vrouw
Vrouw zoekt man
Vrouw zoekt vrouw
Man zoekt man

Ik ben blij dat het hier nog kan
Er zij landen waar het niet mag
Daar betaalt hij een hoog bedrag
Als hij verliefd wordt op een man

’t Liefst belooft zij haar trouw
Willen zij samen een kind
Dat zich nu nog elders bevindt
Eeuwige trouw aan haar liefste vrouw

Wie veracht er nu mensen
Om wie zij willen zijn?
Ook al vind u het niet fijn
Zij hebben maar gewone wensen

Annemie

Eindelijk dacht ik
Ze doen er eens wat aan
Syrië verdomme
Al veel te lang te ver !
Grote vergadering dus
Allen daar naartoe
Montreux, daar zou ’t gebeuren !
Maar oeps, wat nu ?
Kleine fout, even over ’t hoofd gezien:
Jaarlijkse horlogebeurs
daar in mooi Montreux
’t hele circ verhuizen dus

100 doden verder

Ann

De Lijn heeft weer een grandioos idee
Inzetten gaan ze op de stad
’t platteland trekt maar z’n plan
Veel volk heeft het gehad

Meer auto’s op de baan dus weer
Vervuiling, file , accident
Kinderen, bejaarde medemens,
Uw leven is nog waard een cent !

Ann

Eindelijk reactie
Tegen de i-pad
Geef kinderen om te tekenen
Simpelweg een blad
Haal ze weg nu meteen
 Weg voor die PC
Laat een kind toch kind zijn
Trots op zijn  idee

Ann

Oh arm provinciehuis,
Wat vangt men met je aan
Je majestueuze toren
Parmantig over ’t stad
Het zal niet lang meer duren
Of ook hij gaat genadeloos plat
Te duur voor renovatie
Zo heeft men mij verteld
Herbouwen is goedkoper
Gevaarlijk die asbest
Ach, geld is er genoeg nietwaar
Geniet van wat  nog rest

Ann

ALS IK DANS…
Plier, plier, plier
Pas de chat
Tournez en dedans
Tournez en dehors
En jump, jump,
JUMP, SWING
Contraction, release
Chassez, chassez, chassez,
Coup de pied
 Ik kan goed mee !
Ik vlieg en ik zweef
Voel fantastisch dat ik LEEF !
Ik kan het, ik doe het
Dank je wel aan ’t publiek
En aan God voor ’t talent
IK BEN AL DANSEND VERWEND !

Ann

Mijn ideale stad

Een stad zonder winkels
Frietjes op het strand

Mijn ideale stad
Zonder auto’s, zonder brommers
Wandelaars, hand in hand

Kinderen lachen
Om de regen
Onder moeders paraplu

Oudjes neuriën
In de rij
Smullen van hier en nu

Ellen

Vriendschap

Vriendschap is zeggen:
“Die taart smaakt naar nog.”
Terwijl ze smaakt naar caoutchouc

Haar kat strelen
Ook als ze met haar nagels
Haken maakt in je broek

Juichen, schreeuwen, dansen
Als haar favoriete ploeg wint
Als haar god zijn celstraf kan ontlopen

Luisteren naar lange verhalen
Met de voeten op de zetel
Geen woord gewikt, geen woord gewogen

Ellen

 De muziek in mijn leven
Je stem
Een bliksem, donder
Waterval, een beekje
Soms een zachte zuiderwind
Altijd vurig, steeds verwonderd

Ellen

Een droom

Een droom van jij en ik, achttien
Arm in arm, een goed rapport
Huppelend door de gang
Klaar een weg door zee te banen

Met twee, alleen
Klappend in de handen
Fluitend als vogels
Storten we, het leven tegemoet

Ellen

Het vallen van de sneeuw

Vlokken dwarrelen neer
Omarmen de aarde
Als een warme deken

Vuil verstopt, een drol omfloerst
Tot de mens zijn zout strooit
En eigen smurrie bovenhaalt

Ellen

De winterzon

De winterzon geeft zombies kleur
Doet monden in slaapzakken lachen
Laat ijzige vingers dooien
Voelt warmer aan dan kerstlicht

Ellen

Zee

Een zandkasteel, een dam
Ik slok ze op
Een brief in een fles
Ik slok hem op
Schepen, gletsjers, de aarde
Ik slok ze op
Zelfs Noach kan mij niet dwingen
Wanneer ik niet wil

Ellen

WAT NU VOLGT IS TE BRAAF

De mars naar ’t stadhuis in oktober,
door velen als startschot aanzien,
die leek me toen niet al te sober,
met veel leedvermaak bovendien.

De eerste zin was :”Zet die ploat af !”,
er klonk toen een ander geluid.
Sindsdien ging ’t voor velen bergaf
en angst kroop toen onder hun huid.

Makak heten is plots relatief
‘ze beelden het zich toch maar in’.
‘War on drugs’ werd hét beleidsmotief,
al heeft dit geen enkele zin.

En wat hebben de scholen gekregen ?
Met minder presteren ze meer.
D’Antwerpse flikken daarentegen
die krijgen meer blauw keer op keer.

Cultuur wordt argwanend bekeken,
zij lopen zo niet in de rij.
Regenboogkleuren gaan verbleken,
ook t-shirts zijn niet meer echt vrij.

Als we dit op voorhand eens wisten,
ach, zo raken we nergens heen.
Maar kom, Sinjoor, laat je niet kisten,
want ’t Stad blijft toch van iedereen.

Martine

DANSWONDER

Als ik dans
wil ik Tina Turner achterna,
die is toch niet zo soepel meer.

Als ik dans
wil ik ’t Zwanenmeer in,
dat is niet zo diep meer.

Als ik dans
wil ‘k bij Alex Agnew headbangen,
diens haar is niet zo lang meer.

Als ik dans
wil ik de Vogeltjesdans tsjilpen,
dat is niet zo hip meer.

Als ik dans
wil ik gewoon stilstaan,
ik ben niet zo jong meer.

Martine

Volwassen

Mama leert vogels
Vliegen uit hun warme nest
Tot de kat ze vangt

Ellen

Knuffelrock

En op en neer
En heen en weer
Terwijl de presentator praat
Op het ritme van de plaat

Lik ik langs mijn lippen
Begin ik op het bed te wippen
Hij heeft een zwoele, warme stem
Ik droom steeds dat ik bij hem ben

Ik kreun, ik hijg, erin, eruit
De vonken springen van mijn huid
Ik zweet de climax tegemoet

Elf uur het nieuws. Ik schreeuw het uit
Smijt woest de radio door de ruit
Een vriend, nu kwijt, voorgoed

Ellen

Zijderups

Je groeit, valt niet op
Eet blad, klaar om te vliegen
Als vlinder, roomwit
Tot een vrouw je afwikkelt
Aan een zijden draad, morsdood

Ellen

Technisch wonder

Bompa kreeg als cadeau
Een gsm met bluetooth
Touchscreen, internet…
Belt Kevin in plaats van Koen
Stuurt lege sms’jes

Ellen

HOE ZOU HET MET HITLER ZIJN ?

Stil, luister, ik sta hier te kloppen
en ‘k vraag U : “Is er geen belet ?”
U wordt wit, U wilt zich verstoppen
want voor U staat Dolf, het skelet.

Ik ben lang geleden geboren,
toen ‘k dood ging, werd het dolle pret.
Sindsdien ben ik kilo’s verloren,
dat is zo : ik ben een skelet.

De wormen, zij aten mijn darmen
mijn longen, mijn hart, al mijn vet.
Mijn hersens kregen geen erbarmen,
zo werd ik meer en meer skelet.

Het is om zeep dat ik nu bedel,
want elk bot poets ik, rein en net.
Mijn dijbeen, een rib en mijn schedel
Dolf is op aard ’t knapste skelet.

Martine

Sneeuwvlok nat en koud
Zachtjes tegen struiken aan
Wandeling gedaan
Rustend op het klamme hout
Regen maakt jou ongedaan

Annemie

Hij is niet mijn baas
Hij denkt dat wel, domme Klaas
Is zo’n man van doen?
Hij verdient meer loon dan ik
Maar ik werk wel voor zijn poen

Annemie

Gisteren droomde ik van sneeuw
Van de rust die sneeuw geeft
Van al het pure dat het heeft
Wachten op die eerste sneeuw, lijkt een eeuw

Vandaag droom ik van veel zon
Vrolijk, langs het water op de fiets
Zomaar fietsen, naar het … niets
Eten, drinken, lachen, van alles een ton

Ik ben geboren in het verkeerde land
Eén met te weinig zon en sneeuw
Toch heb ik er mijn hart aan verpand

Nu hoef ik niet met zo’n boot mee
Vol van angst, zoekend naar wat geluk
In dit land leef ik zonder heimwee

Annemie

Muziek
Bijna 40 jaar geleden
Kwam jij mijn leven binnengereden
Niet fysiek
Wel met jouw muziek
Velen waren uitverkoren, weinigen was het gegeven
Om stand te houden in mijn leven
De juiste letters op wondermooie noten

Raymond, jouw liedjes passen bij mij als gegoten

Annemie

Vriendschap 

Veel te laat besef ik wat voor een vriend jij was
Nu weet ik op wie ik steeds rekende
Wij kenden mekaar van in de klas
Een mooie tijd die o zoveel betekende
De momenten met jou waren bijzonder fijn

Jij, mijn vriend, bent niet meer
Ik moet verder met die pijn

Annemie

Mijn ideale stad

Fietsen op de stoep
Lachen op de tram
Kwetteren in het park
Vrolijk op de bus

Niemand ziek, geen kliniek

Dansen op de straat
Dat is het, waar het in mijn stad om gaat

Annemie

Sneeuw
Ieder vlokje wit en puur
Is zijn weg kwijt
Maar na iets meer dan een uur
Zie ik een wit tapijt

Annemie

De zee

In het diepste van buik laat ik leven.
Aan alle anderen heb ik veel te geven.
Voor een frisse duik, maken jullie van mij gebruik.
Ook voor vervoer, voeding en reizen,
Bedingen jullie bij mij gunstige prijzen.

Plots krijg ik een gril.
Dan neem ik terug.
Soms veel. Vaak iets.
Ook al is dat leven nog pril.

Annemie
  
Mijn ideale stad
Wat ga ik er graag op pad
Om ’t verleden te proeven
Of gewoon wat te vertoeven
Op de Groenplaats , aan ’t Scheld
Zelfs van de Vlaaikensgang sta je versteld

Mijn ideale stad
Is een kleurrijk bad
Van smaken, kleuren en geuren
Met massa’s soorten deuren
Park, terrasje  of  bij de buren
‘k Zal je wel een kaartje sturen

Ann


Je hebt me nauwelijks gezien
En toch weet je het
Je hebt me amper gehoord
En toch weet je het
Ik hoef je nauwelijks iets uit te leggen
Want je weet het
Jij bent niet zomaar een kennis, een toevallige buur …
Maar dat weet je

Ann
 


                                                     Uitbundig sta ik mee te brullen
Of heupwieg me door de kamer
Start nu maar die polonaise
Zwaaien maar  met die servet

Langzaam komen  klanken  tot me
Tranen banen zich een weg
Of ik wordt zo weggezogen
Die ene stem schenkt mij een lach


Beatles, Bach  of Brel
Pokerface tot  Vier Seizoenen
Ann Christy , Dalidah , Celine Dion
Die moeten bij m’n leven horen

Kleinkunst, musical of pop
Neen, ik kan echt niet zonder
Pak je m’n muziek weg
‘k Zal van me laten horen

Ann

Bushalte
Even wachten …

Koud aan de voeten
Even wachten …

Handen wrijven
En nóg even wachten …

Hé, een vlokje  ?!
Nog éven wachten …

Vlokje twee en drie en vier
Bus rijd maar door :
Ik blijf lekker hier

Ann

                                                                       Begrafenis
Droevige boel
Op’ t kerkhof
Nog even groeten
Doffe ellende
Die intrieste lucht
Een laatste blik
Wou ik nog iets zeggen ?

De zon
Breekt door

Ik weet het weer :
Jij was een warme
Een liefhebbende vrouw

Ann

Neergedwarreld blad
Weerom verloren kansen
Heimwee naar wat komt

Ann

Angstig rond kijkend
Huiverend om wat niet is
Zichtbaar noch  tastbaar
Nu niet stilstaan , verdergaan
Omarm wat is en overwin

Ann

Vaak zag je hem staan
Een niet al te nette heer
Baard één meter lang
Noemde zich straatmuzikant
Van een fluitje van een cent

Ann

vlokje na vlokje
tot een dik tapijt
wit
witter

een lawine raast.

Martine

Falderalderie
falderalderipera.
‘k Zing een noot en zie
’t leven wordt een opera.

Hoe zou d’ aarde zijn
zonder een lied tralala ?
Niet eens half zo fijn,
dagen zonder troebaba.

Martine

alles gaat mis,
alles, maar dan ook
echt alles.

geraak niet uit mijn sloffen
geraak niet in mijn schoenen
geen water uit de kraan
geen zeep in het bakje

het valt me op dat – eens
wakker –
de dag niet meer
stuk kan

Martine
  
scherpe Noordenwind
gierend en huilend geluid
ijzige kilte
tastende, zoekende mens
gevonden geborgenheid

Martine

MUURVAST
Ik zit vast in de lift
Geen alarm, geen mens te horen
Ik zit vast tussen muren
Doffe dreunen, opgeslokt
Ik zit vast in een koekendoos
Vol vlekken, rood en blauw
Ik zit vast in een koker
Wat ruist er in mijn hoofd?
Ik zit vast tussen stemmen
Ze wensen me dood
Ik zit vast tussen mijn tralies
Spring weg, tot het behang
Ik zit vast in eigen bloed
Een vlieg tegen de muur

Ellen

Ik woon nu in een tent
Samen met papa en mijn zus
In een tent waar niemand ons kent

Ik mis mijn knuffels en ons huis
Dat huis was mijn thuis

Onze vlucht was lang en vol gevaar
Kogels alom
Op een donker pad waarvan niemand wist naar waar

Mama bleef daar
Te zwaar gewond
Zie ik haar ooit terug?
En gezond?

Morgen gaan wij aan boord
Naar een ander, veiliger oord

Ik mis mijn knuffels en ons huis
Dat huis was mijn thuis.

Ik ga naar school in het nieuwe land
Met niemand hier voel ik een band

Annemie

Ik word gek!
Mijn moeder is tachtig.
Dus volg ik haar aandachtig.

Heb ik daarbij nog een kind
Dat aandacht heel normaal vindt.

Daarenboven is er die vriend
Die uit gebrek aan sociaal contact
Steeds meer aan mij plakt.

Ik word gek!
De strijk moet gedaan.
Waar haal ik in godsnaam de tijd vandaan.

Ga ik ook nog eens naar de klas
Ten koste van de was en de plas.

Ik ben gek!
Behalve de moeder, het kind, de vriend, de strijk en de klas
Heb ik nog een voltijdse baan.

Wat doet een mens zichzelf toch aan!

Annemie

Lang geleden gebeurde het in een droom.
Ik klom in een boom.
Daar gleed ik uit over een schil.
En ik brak mijn bil.
Toen viel er een emmer water over mijn hoofd.
Ik was verdoofd.
Daarna kreeg ik een taart in mijn gezicht.
Ik zocht bang naar het licht.
Daarbij struikelde ik en viel op de grond.
Zo was het dat mijn moeder mij vond.
Een kleine meid naast haar bedje.
Voor haar waren dromen geen pretje.

Annemie

Ik heb zin in chocola
Ik heb zin in marmela
Ik heb zin in soep
Ik heb zin in snoep
Ik heb zin in chocoladepudding
Ik heb zin in kip met een vulling
Ik heb zin in een kalfslapje
Ik heb zin in een fruitpapje
Ik heb zin in paling
Ik heb zin in haring
Ik heb zin in konijn
Ik heb zin in wijn
Ik heb zin in een kroket
Ik heb zin in heel veel pret

Annemie

Wij zijn de wereld    (parodie   We are the World)


Zou er ooit een tijd komen
Dat we ons geroepen voelen
Dat we denken, dat we 't samen moeten doen?

Ja, er gaan misschien wel mensen dood
Er zijn vast ergens mensen in nood
Maar wat hebben wij daarmee van doen?

De wereld is er slecht aan toe..
Dat is toch zeker een groot verzinsel?
Iedereen moet toch op zichzelf letten
Dat is een goed beginsel

Ach ja, dat is toch hoe het is
Want wij, wij leven prima, op onszelf

Wij zijn de wereld
Wij zijn de kinderen
Wij genieten van elke dag
Dus laat ons lekker met rust

We hebben een keus gemaakt
We redden ons eigen leven
Ja het is waar, wij plukken de dag
Jij en ik

We kunnen toch moeilijk centjes sturen
We weten dat dat eeuwig gaat duren
O nee, wij zitten hier goed, tussen onze vier muren

Andere mensen hebben t misschien wel slecht
Dat wordt toch wel eens gezegd
Maar hey, ik heb ook wel eens een rothumeur
Dan begint ik toch ook niet met zo'n gezeur?

Wij zijn de wereld
Wij zijn de kinderen
Wij genieten van elke dag
Dus laat ons lekker met rust

We hebben een keus gemaakt
We redden ons eigen leven
O ja, het is waar, wij plukken de dag
Jij en ik

Dette

Verward
Ze kijkt verwilderd uit haar grote, mooie ogen. Daarachter zit iets rommeligs. Maar zij heeft er geen erg in, geen last van. Ze accepteert het leven in al haar absurditeit, speelt ermee en lacht. Slaat haar benen over elkaar, haar wollen sokken vuil. Een soort gelatenheid hangt om haar heen. Het is heerlijk om te zien. Haar haar in de war.
Dette

Wolken

Wolken zijn golven. Evengoed.
Ze worden gevormd door dezelfde krachten.
Golven zijn geen wolken. Dat is wel vreemd.

Dette

Het park
Het pretpark. Het wagenpark. Het stadspark.
Het parkzicht. De parkstad. Het parkgedicht.
De parkman. Het parkkind. Het parkverbod.
De parkwacht. Het parkeerverbod. De parkiet.

Dette

De auto


Broem, broem
Doet de auto
Waar is de auto?
Ik zie hem niet.
Broem, broem
Waar is hij?
Kan jij hem zien?
Of jij?
Welke kleur heeft de auto?
Geel?
Nee, het is een witte auto
Is hij groot?
Heel groot?
Nee, het is een kleine auto.
Ik zie hem.
Ja!
Waar is de auto dan?
Achter de zetel?
Nee, er is geen auto achter de zetel.
Maar waar is de auto toch?
Onder de stoel?
Nee, hij is niet onder de stoel.
Kijk, ik zie hem
Daar ……………………….

Sonja


Plasticine

Zoveel kleurtjes
Geel, blauw, groen, paars
Welk kleurtje ga je nemen?
Hmm
Rood vind ik mooi
En oranje
En paars
En groen

En welke kleur wil je graag?
Hmm
Mag ik
….
Ik weet het niet.
Weet je wat.
Ik geef je rood

Doe het doosje maar open.
Goed zo
Eerst het dekseltje opendraaien.
Niet opendraaien
Dat lukt niet,
openklikken
floeps het deksteltje ligt op de grond
OOh
Wat zit er in het potje?
Rood
En als ik het potje beweeg,
Blubbert het
Blubbert , blubbert
De plasticine
Ik neem de plasticine uit het potje
En de plasticine valt in mijn rechterhand
En ik gooi het in mijn linkerhand
Ik leg het op de tafel
En rol een worstje

Sonja

Ze krioelt over hem heen.

Als een spin die de weg niet weet,
in een land waar ze nooit was.
Alsof ze iets te zoeken heeft op de aardbol van zijn hoofd.
Linksom en rechtsom
kruipt ze en hangt met al haar gewicht om zijn schouders.

Met een ruw gebaar duwt hij haar weg.
Steeds weer, repetitief, haalt hij met een gelaten ergernis
haar lichaamsdelen van zijn lijf.
Weg, doe weg.

Maar ze blijft.
Ze kent dit land.
Het is haar vader.
Ze wil niets liever dan tegelijk
op alle plekjes zijn die haar vader is.
Als ze op een stoel wordt gedirigeerd,
zit ze binnen de kortste keren terug op zijn rug.
Als een insect dat niet opgeeft
en terugkomt voor meer.

Dette

Flitsen
doodstil
diepe streep
droge mond
dood paard
droge was
diep gat

pijlsnel
ravenzwart
jas
draagbaar
dor gras
ravijn

breekijzer
breekbaar
waarom?
blijf
niet doen
gevaar

Dette
GEMIS

Namen vlinderen door mijn hoofd
Toch kan ik het niet
Jou er één te geven
Mijn oren missen nu al
Dat ene eerste woordje
Dat een vrouw gelukkig maakt.

Ik mis je nu al,
Ook al ken ik je niet.

Nooit zal ik jouw bonzend hartje voelen
Nooit die warme gloed
Of in mijn hand tien kleine stokjes
Alsof het vingertjes waren
Een kick van jouw voetje
Die me volledig beroert

Ik mis je nu al
Ook al ken ik je niet


Ik wil je ook niet loslaten
Ook al zal ik je nooit vastgehouden hebben
Voor jou zal altijd plek in m’n hart zijn
Nooit zal m’n zoentje
Jouw pijnlijk neusje genezen,
Zal ik speels door je haren varen.

Weet je, Ik mis je nu al,
Ook al ken ik je niet.


Nooit zal ik je naam uitschreeuwen
Om een rondslingerende sok
Of hem fluisteren in je oor
Met gelukkige trots
Ik zal je nooit écht  moeten afstaan,
Want je bent niet geweest.

Verweesd
Traan per traan


                                                                  Ik zal je laten gaan.    

                                                                           Ann

Ik word gek!

Gek van de plannen, de kosten, papierwerk
Gek van de dozen, het sleuren, het pakwerk
Gek van mijn leeg, gezellig oud huis
Gek van het stof dat ik grommend opkuis

Gek van mijn beeldjes, geknakt in de vuilbak
Gek van die vaas die nog steeds niet weg mag
Gek van het rek, het hangt in de weg daar
Gek van de ruzie om welke kast waar

Gek van de buurt waar ik niemand meer ken
Gek van getoeter, geschreeuw en gejen
Gek van de nissen, gevangenismuren
Gek van de buren, die zitten te gluren

Gek van het speelgoed waarover ik val
Gek van de stank van muizen, een stal
Gek van die dunne fontein
Wat voel ik me hier klein

Ellen

    Verliefd :
    Verliefd. Voor ’t eerst .
    Hij dé zanger, ik een fan.
    Eén ontmoeting slechts.
    Ik was verkocht.
    Vlinders in m’n buik.
    Haast ging ik door m’n benen.
    Verlamd leek ik
    Van m’n hoofd tot in m’n tenen.

    Ann

 Brandhout

Kast van je overgrootouders
Erfstuk van hun overgrootmoeder
Wel tweehonderd jaar oud
Bloemen, bogen, spiegelglas, marmer
Geboend, tegen memel behandeld
Spiegel voor jezelf
Kunst met een verhaal
Pronkstuk in de living

Nieuwe stoelen van IKEA
Witte tafel, kunststof blad
Inox maakt de kast verouderd
Donker hout tussen lichte meubels
Past niet meer, moet weg
Glas versplintert, Hout verbrandt
Afgeschreven in de kachel

Ellen